De drie maten zijn standaard, medium en miniatuur
Standaard
De standaard Labradoodle moet 55 tot 63 cm hoog zijn voor een mannetje en 53 tot 58 cm hoog voor een vrouwtje, terwijl beide in gewicht kunnen variëren van 22 tot 29 kg.

De Labradoodle is een ras dat in de afgelopen jaren erg populair is geworden. Het ras komt voor uit een kruising tussen een Poedel en een Labrador Retriever. Iedereen die een Labradoodle ziet krijgt een lach op zijn/haar gezicht door het schattige en grappige uiterlijk. Er zijn 3 verschillende maten Labradoodles: miniatuur, medium en standaard. Daarnaast komen ze nog voor in verschillende vachtsoorten en kleuren.
De drie maten zijn standaard, medium en miniatuur
De standaard Labradoodle moet 55 tot 63 cm hoog zijn voor een mannetje en 53 tot 58 cm hoog voor een vrouwtje, terwijl beide in gewicht kunnen variëren van 22 tot 29 kg.
De medium Labradoodle moet 45 tot 52 cm hoog zijn voor een mannetje en 43 tot 48 cm hoog voor een vrouwtje, met beide een gewicht van 13 tot 20 kg.
De miniatuur Labradoodle moet 35 tot 40 cm hoog zijn voor een mannetje en 35 tot 42 cm hoog voor een vrouwtje, met beide een gewicht van 6 tot 11 kg.
De Labradoodle voelt zeer goed emoties aan, ze zoeken oogcontact en proberen je of op te vrolijken of te troosten. Daarbij zijn ze ook nog eens zeer intelligent en zeer goed te trainen. Vandaar dat ze bij uitstek geschikt zijn als therapiehond, hulphond of (blinde) geleidehond. Zowel voor mensen met een visuele of andere handicap als voor mensen met emotionele problemen of gedragsstoornissen.
Labradoodles worden ingezet als hulphond voor kinderen met ASS (het hele spectrum aan autistische stoornissen), met ADHD, of bij problemen met rouwverwerking.
Ze verkeren graag in gezelschap van mensen, zijn dol op kinderen en zijn daarom ideale gezinshonden ook voor families waar geen allergie voorkomt
Omdat deze honden haren hebben die zo dicht op elkaar zitten, dat er bijna geen plek is voor huidschilfers, en omdat ze niet of nauwelijks verharen staan ze bekend als allergie-vriendelijk en niet -astma-opwekkend. Andere voordelen van dit vachttype is dat ze niet ruiken en vlooien minder kans hebben.
Verschillen tussen de vachtsoorten.
Wat zijn nou de verschillen tussen deze vachtsoorten? Ten eerste heeft elk type vacht een andere verzorging nodig. Daarnaast geeft elke vachtsoort de Labradoodle een andere bijzondere look. De Labradoodle kan een doffe of glanzende vacht hebben en een zachte of stugge vacht. Wat de vachtsoorten precies zijn, en wat de verschillen hiertussen zijn kun je in de paragraven hieronder vinden.
F1 Vanaf het moment dat Gregor Mendel begon te experimenteren met erwtjes, werd de eerste generatie van een kruising een F1 genoemd. Bij de labradoodle is dit dus een kruising tussen een labrador en een poedel. Een F1 draagt dus 50 % van de genen van een labrador bij zich en 50% van de genen van een poedel.
F1B Doordat F1’s meestal verharen, worden ze soms teruggekruist met een poedel in de hoop een stabielere vacht te creëren. Deze nakomelingen hebben dus 3 poedels als grootouders en hebben dan ook 75% van hun genen van de poedel. Daarom is het ook logisch dat zij niet zullen verharen; de poedel zelf is een niet-verharende honden
F2, F3, F4 en multigen labradoodles Wanneer twee F1’s met elkaar worden gekruist, krijg je een F2; twee F2’s geven een F3 enz. Vanaf de derde generatie worden ze multi-generatie genoemd. Genetisch zijn ze gelijk aan een F1 ; ze dragen ook 50 % van de genen van een labrador bij zich en 50% van de genen van een poedel. Wanneer een F1B gekruist wordt met een F1 zal het percentage poedel in de F2 die je dan krijgt zelfs nog hoger liggen, nl. op 62,5 % ((50% + 75%)/2) (Geldt ook voor F2B x F2 of F3B x F3)
Bij ons zijn alle pups hypoallergeen.
De originele Australische Labradoodle De genetische samenstelling van de Australische Labradoodle is anders dan dat van de “multi-gen” doordat er diverse andere rassen doorheen gemixt zitten (tenminste 6 andere rassen door Tegan Park alleen al). Een Australische Labradoodle heeft dus als extra een behoorlijk percentage genen van deze toegevoegde rassen erbij. Het percentage poedel-genen is ook wat groter dan het percentage labradorgenen, maar wel kleiner dan 50%. Natuurlijk is dit wel het ideaalbeeld voor het ras en kan dit per Australische Labradoodle enigszins afwijken
Labradoodles zijn speels en erg lief voor kinderen, maar het standaard formaat kan wat overdreven uitbundig zijn en kinderen neerhalen
Een volwassen Labradoodle heeft minimaal een poetsbeurt per week nodig, evenals regelmatige verzorging, waaronder oorreiniging en nagels knippen
De Labradoodle kan een energieke hond zijn. Ze hebben ongeveer 30 tot 60 minuten beweging per dag nodig
Labradoodles zijn intelligent en moeten mentaal en fysiek gestimuleerd worden. Als ze dat niet worden kunnen ze destructief zijn
Labradoodles doen het goed met andere honden, huisdieren en kinderen
Een Labradoodle houdt er van om rond te rennen, een afgezette tuin is ideaal voor hen
Nieuwe eigenaren doen het goed met de vriendelijke en ontvankelijke Labradoodle
Kijk goed naar uw eigen situatie en kijk of deze situatie een Labradoodle toestaat
‘Copyright © 2021 | All rights reserved.